Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo ging Ezau [9]tot Ismael, en nam zich tot een vrouw [10]boven zijn vrouwen, Mahalath, de dochter van Ismael, den zoon van Abraham, de zuster van [11]Nebajoth. 9. Dat is, tot Ismaels geslacht of nakomelingen; daar Ismael in deze tijd reeds overleden was, zoals sommigen afleiden uit hfdst.25 vs.17. 10. Dat is, boven die vrouwen, welke hij tevoren had, die twee waren; boven, hfdst.26 vs.34. Deze Mahalath was de derde. Het schijnt dat Ezau dit gedaan heeft, menende zijn vader te behagen, met een vrouw te nemen uit zijn geslacht. 11. Ismaels eerstgeboren zoon. Zie boven, hfdst.25 vs.13.